Moedermelk maakt je slim! Kinderen die borstvoeding krijgen, hebben meestal een intelligentiequotiënt dat drie punten hoger ligt dan kinderen die de fles krijgen. Kinderen die borstvoeding krijgen, hebben minder vaak last van allergieën. Het nauwe contact met de moeder geeft het kind een gevoel van geborgenheid. De samenstelling van de voedingsstoffen in moedermelk is optimaal op de pasgeborene afgestemd. Moedermelk is altijd steriel en heeft altijd de juiste temperatuur. Dit zijn allemaal voordelen die veel zwaarder wegen dan de geringe inspanning die nodig is om met borstvoeding te beginnen.
91% van alle aanstaande moeders wil borstvoeding geven. Maar slechts ongeveer 45% geeft vier maanden lang borstvoeding en slechts 13% de aanbevolen zes maanden. Toch is moedermelk de beste voeding in het eerste levensjaar. De samenstelling ervan aan water, energie en voedingsstoffen is precies op de behoefte van de zuigeling afgestemd.
Het intensieve huid- en lichaamscontact stimuleert alle zintuigen. Het kind ziet, voelt, ruikt, hoort en proeft de moeder. Zuigen versterkt de kaakspieren, wat voor de latere kauw- en spraakontwikkeling goed zal zijn.
Moedermelk en koemelk in vergelijk
In vergelijking met koemelk bevat rijpe moedermelk veel minder calcium en caseïne. Dit is ook heel logisch. Een klein kalf verdubbelt zijn geboortegewicht veel sneller dan een mens. Daarom heeft het kalf meer calcium nodig om zijn botten op te bouwen. Daar tegenover staat dat moedermelk meer beschikbare koolhydraten in de vorm van lactose, de belangrijkste energiebron van de zuigeling bevat. Verschillende koolhydraatfracties werken ook als groeifactoren om de proliferatie van bifidobacteriën te bevorderen, die de darm van de pasgeborene tegen ziekteverwekkende kiemen en parasieten beschermen. Het aandeel onverzadigde vetzuren in moedermelk is hoger dan in koemelk. Ze zijn voor de ontwikkeling van het zenuwstelsel en de hersenen belangrijk. Deze worden ook in grote aanzallen in het netvlies van het oog aangetroffen. Het aminozuur taurine, dat de zuigeling zelf nog niet voldoende kan aanmaken, zit in moedermelk. Taurine heeft een bijzonder positieve invloed op de ontwikkeling van de organen van de zuigeling en is belangrijk voor de vetvertering.
Het gehalte aan mineralen in moedermelk is beduidend lager dan in koemelk. Het kind kan de overtollige mineralen nog niet via de nieren uitscheiden. Daarom mag koemelk alleen verdund als kindervoeding gegeven worden. Moedermelk bevat meer vitamine A en E dan koemelk. Sporenelementen zoals ijzer, zink, koper, mangaan, maar ook calcium zijn aan specifieke elementen van moedermelk gebonden en kunnen daardoor veel gemakkelijker dan uit koemelk opgenomen worden.
Veranderingen in de moedermelk
Een deel van de energie en voedingsstoffen wordt al tijdens de zwangerschap aangemaakt en opgeslagen en is zodoende na de bevalling in de borstvoeding beschikbaar. Het hormoon prolactine zorgt ervoor dat de borsten groeien en bereidt de melkproductie voor. Omdat de zuigprikkel de trigger voor een bijzonder sterke afgifte van prolactine tijdens het geven van borstvoeding is, moet de pasgeborene niet lang na de bevalling worden aangelegd. Hierdoor komt de melkproductie eerst echt op gang. In de eerste één tot drie dagen na de geboorte wordt de eerste melk (colostrum) gevormd. Het heeft een diepgele kleur en is erg belangrijk voor het kind, omdat het een hoog gehalte aan antilichamen heeft en zo een uitgebreide bescherming tegen infectie biedt. Men kan hier direct van de eerste vaccinatie voor de pasgeborene spreken.
Vanaf de derde dag ongeveer wordt overgangsmelk gevormd. Het wordt wateriger en witter. Totdat de moedermelk rijp gevormd is, neemt het aandeel vet en koolhydraten tijdens het eiwitgehalte afneemt toe. Tegelijkertijd wordt ook de hoeveelheid aan melk meer. Ook tijdens een borstmaaltijd verandert de samenstelling. De voormelk, wat als eerste bij het aanleggen uitkomt, is wateriger en doorzichtiger. Allereerst moet de baby voldoende vloeistof drinken. De achtermelk wordt dan vetrijker en stilt uiteindelijk de honger. Het is daarom belangrijk dat de moeder voldoende tijd neemt om borstvoeding te geven, zodat het kind voldoende van de magere melk binnenkrijgt.
Het kind moet altijd aan beide borsten zuigen. Zo komt de melkproductie door de zuigprikkel echt op gang. Vroeger werd maar één borst aangelegd, met gevolg dat moeders uit angst dat het kind niet genoeg melk zou krijgen te snel met borstvoeding stopten. Als het kind om welke reden dan ook stoer een borst weigert, kan het zonder problemen met slechts één borst worden gevoed. De auteur van dit artikel heeft dit met haar eigen kind al meer dan 15 maanden met succes doorgevoerd. Als de moeder voedzaam eet, heeft de baby de eerste zes maanden van zijn leven niets anders dan moedermelk nodig. Pas daarna is aanvullende voeding raadzaam.
Bescherming tegen allergieën
Moedermelk biedt de beste bescherming tegen allergische aandoeningen. In de eerste levensmaanden is het darmslijmvlies van zuigelingen voor eiwitten uit de voeding veel beter doorlaatbaar dan bij volwassenen. Wanneer de baby borstvoeding krijgt, wordt alleen natuurlijk eiwit opgenomen, wat geen immuunreactie veroorzaakt. Bij flesgevoede zuigelingen komen vreemde eiwitten soms ongesplitst in het bloed en kunnen bij een allergische aanleg tot sensibilisatie leiden. Koemelkallergieën zijn de meest voorkomende allergieën bij zuigelingen. Als een familielid een koemelkallergie heeft, moet het kind gedurende minimaal 6 maanden uitsluitend borstvoeding krijgen.
Industriële zuigelingenmelk
Als borstvoeding om welke reden dan ook niet mogelijk is, moet industrieel geproduceerde zuigelingenmelk worden gebruikt. Meestal wordt het in poedervorm aangeboden. Er wordt onderscheid tussen voormelk (aangepaste melk), 1-melk (gedeeltelijk aangepaste melk) en vervolgens 2-melk en 3-melk (opvolgmelk) gemaakt. Voormelk is aan moedermelk het best aangepast. De grondstoffen voor de productie ervan zijn wei-eiwitpoeder (zonder zout), melkvet, lactose, plantaardige oliën, vitaminen en mineralen. Voor gedeeltelijk aangepaste melk mag naast lactose ook sacharose en zetmeelmeel worden gebruikt. De opvolgmelk is minder aan vrouwenmelk aangepast. Ze bevatten meer eiwitten en hebben een hoger gehalte aan mineralen. Daarom moeten ze pas vanaf de zesde levensmaand gevoed worden.
Problematische stoffen in moedermelk
Het is mogelijk dat een hoge gehalte aan giftige zogenaamde gechloreerde koolwaterstoffen in moedermelk voorkomt en nadelig voor het kind kan zijn. Dergelijke stoffen komen in pesticiden, maar ook in weekmakers in kunststoffen voor. De moeder kan ze ook met gegrild en gepekeld voedsel innemen. Wel kan worden gesteld dat het gehalte aan dergelijke stoffen in moedermelk sinds de jaren tachtig gestaag afgenomen is. Toen het gevaar van dergelijke verbindingen bekend werd, werden ze gedeeltelijk verboden. Gifstoffen worden in het vetdepot van de moeder opgeslagen. Daarom mag een moeder die borstvoeding geeft nooit met de gedachte van gewichtsvermindering spelen. Het gewicht daalt meestal sowieso geleidelijk tijdens de borstvoedingsperiode.
Ook andere voedingsbestanddelen kunnen in de moedermelk terechtkomen. Daarom moeten alcohol, zwarte en groene thee, fris- en energiedranken en koffie vermeden worden. Nicotine komt ook in de melk terecht. Het is belangrijk om met winderige groenten of fruit te experimenteren omdat de billen van de baby rood kunnen worden. Dit verschilt van moeder tot moeder en van kind tot kind. Ondanks de belasting van de moedermelk zijn de voordelen van borstvoeding, althans in de eerste zes levensmaanden groter dan de nadelen.
Volhouden
Volhouden is het belangrijkste advies. Borstvoeding wordt eerst na een paar dagen ontspannen en leuk. Borstvoeding zorgt ervoor dat de baarmoeder kleiner wordt. Dit kan gedurende de eerste dagen erg pijnlijk zijn. De pasgeboren baby huilt ook veel in het begin totdat een comfortabel ritme is gevonden. s Nachts liggen is in het begin ook lastig. Maar je zal snel een manier vinden om het comfortabeler te maken. Zoals alle moeders wensen slagen sommige kinderen er al snel in de nacht door te slapen. Het is heel belangrijk om voor de geboorte genoeg informatie te over borstvoeding te krijgen. De keuze van het ziekenhuis voor de bevalling kan ook bepalend voor het al dan niet slagen van de borstvoeding zijn. De bepalende vraag is; krijgt de moeder de nodige hulp en steun wanneer de eerste moeilijkheden optreden? Elke moeder moet aangemoedigd worden om minstens 6 maanden borstvoeding te geven, omdat borstvoeding nu eenmaal de beste start in het leven is.
Blijf geinformeerd
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte over je gezondheid
Esther Neumann heeft voedingsleer aan de Universiteit van Wenen gestudeerd. Sindsdien was ze auteur voor het gezondheidstijdschrift “Leben und Gesundheit” en gaf op verschillende plaatsen in Oostenrijk gezondheidslezingen.
Geef een reactie